Stories Unearthed Here


Ticia Verveer  


Archaeologist.

Collector of stories, old and new.



Blog Layout

Uitsluiting, terreur en vervolging: Het onzekere lot van het Hazara volk in Afghanistan.

Uitsluiting, terreur en vervolging:

Het onzekere lot van het Hazara volk in Afghanistan.

Tot het jaar 2001 van deze jaartelling waakten twee eeuwenoude stenen reuzen vanuit hun uitgehouwen rustplaats in de rotswanden van de Afghaanse Bamiyan vallei over het Hazara volk.

De Hazara, een hechte gemeenschap met een rijke schat aan mondeling overgeleverde verhalen, geboren uit een bloedige geschiedenis en geschapen uit de ijzerrijke aarde, zijn voor eeuwig verbonden met de Bamiyan Boeddhabeelden, door een sage die van generatie op generatie is doorgegeven. Het was hier in de vallei, dat iets duisters was gebeurd en de 53 en 35 meter hoge beelden stille getuigen van waren.  

Eens was er een wrede tweekoppige draak die de vallei gemeenschap tiranniseerde. De honger van dit verschrikkelijke monster kon niet gestild worden. Elke dag verslond hij meerdere mensen die hij opjaagde op de akkers van de vallei. Volgens de overlevering leefde er in die tijd een groot krijger genaamd Salsal, de zoon van Pahlavan, die halsoverkop verliefd werd op prinses Shahmama, de dochter van de Mir (heerser) van Bamiyan.


Al snel bleek dat de liefde van Salsal werd beantwoord en vroeg hij om de hand van de prinses aan haar vader. De Mir wilde absoluut niet dat Shahmama met Salsal zou trouwen en verzon een list. Als Salsal wilde bewijzen dat hij waardig genoeg was om met de prinses te trouwen dan moest hij twee onmogelijke opdrachten vervullen. Niet alleen moest hij de vele overstromingen stoppen die de vallei teisterden, maar ook de draak doden.


Salsal leert door een intense mystieke trance dat hij eerst een magisch zwaard moet verkrijgen om de draak te kunnen verslaan en de vallei te beschermen tegen het water dat zonder controle uit de bergen stroomt. Alvorens op queeste te gaan moet hij het zwaard laten smeden uit metaal wat alleen voorkomt op de extreem moeilijk te beklimmen Fuladi piek in het Koh-i- Baba gebergte, een westelijke uitloper van het Hindoekoesj gebergte. Vervolgens moest een spiritueel leider in de Ghur provincie het zwaard smeden. Met dit legendarische zwaard in zijn bezit reisde hij terug naar de vallei waar hij een damwand smeedde van de aarde om de rivier te blokkeren. Er ontstonden zes heilige meren die tegenwoordig een pelgrimage oord zijn in het huidige natuurpark Band-e-Amir.  


Vervolgens versloeg Salsal in een machtig schouwspel de draak met een geweldige kracht gevoed door de onvoorwaardelijke liefde voor zijn gemeenschap. Hij vilde het wezen zo goed als hij kon om zijn geschubde huid als een tapijt neer te leggen voor de dag van het huwelijk. De versteende overblijfselen van het monster kan je nog steeds zien uitsteken boven het dorp Darya Ajdahar in de Vallei van de Draak. Een barst in het ruwe vulkanische gesteente ligt als de ruggengraat van een prehistorisch wezen op een natuurlijke helling in het landschap vereeuwigd.   


Om zijn overwinning en het aankomende huwelijk te vieren werden twee nissen in de berg met spoed uitgehouwen voor het bruidspaar. De nissen werden voorzien van kleurrijke plafond- en muurschilderingen die de grotten een mysterieuze gloed gaven.  Een schitterend groen geborduurd gordijn werd opgehangen in de nis van de bruidegom en de nis van de bruid werd voorzien van een rode. Salsal en Shahmama trokken zich ieder terug voor de nacht in hun eigen grot om met grote opwinding zich klaar te maken voor de grote dag. Het plan was om bij zonsopgang wakker te worden en samen de toekomst in te lopen.  


De blijdschap was van korte duur. Salsal was tijdens het gevecht dodelijk gewond geraakt en bezweken aan het gif van de draak. De volgende ochtend werd hij versteend aangetroffen. Toen Shahmama hoorde dat Salsal dood was ging zij rechtstaan en slaakte een ijselijke gil waarna zij ook in steen veranderde. Volgens Hazara traditie waren de twee Boeddhabeelden de versteende lichamen van de geliefden Salsal en Shahmama. Omhelsd door de bergwanden kon niemand ze meer scheiden maar ze waren gedoemd voor eeuwig zonder elkaar te leven.     


Toen de moslimfundamentalistische talibanbeweging de gigantische Boeddhabeelden vernietigden ging er een schokgolf door de wereld heen. Dit opzettelijk vernietigen en beschadigen van het Afghaanse cultureel erfgoed, gevoed door een fundamentalistische visie, omdat ze afgoderij zouden verheerlijken, werd gevoeld in het hart van de internationale gemeenschap. In januari 2002 werd er een officieel verzoek ingediend bij UNESCO door Dr. Abdullah Abdullah, minister van Buitenlandse Zaken van de Afghaanse Overgangsregering, om een rol te gaan spelen bij het beschermen van het culturele erfgoed van Afghanistan.


Erfgoedbeheer is een weerspiegeling van de geschiedenisbeleving in het heden en kan het verleden belichten, maar dat was hier niet het geval. De sterke emotionele band tussen de Hazaras en de Boeddha’s werd niet erkent bij de inspanningen om het erfgoed van Afghanistan te beschermen. Er werd een verleden gemaskeerd door de Boeddha’s een universele waarde voor de mensheid te geven. Maar de Boeddha's stonden eeuwenlang centraal in de identiteit van de Hazara-gemeenschap. De Hazara hadden de Boeddha’s dan wel niet gebouwd, maar de beelden droegen op hun schouders de oeroude tradities van hun voorouders.


De gebruikers van dit culturele erfgoed, en degene die voor een deel hun identiteit eraan ontleenden, werden genegeerd. De Hazara’s waren een campagne begonnen om de beelden te herbouwen, maar dit werd uiteindelijk afgewezen door UNESCO en de Afghaanse regering. De beslissing werd niet genomen door de lokale bevolking maar door buitenstaanders. ICOMOS, een Duitse niet-gouvernementele organisatie, was begonnen het kleinste Boeddhabeeld te herbouwen maar dit werd stilgelegd door UNESCO.


Terwijl er juist vanuit mensenrechtenperspectief rekening moet worden gehouden met de rechten van individuen en bevolkingen in relatie tot cultureel erfgoed werd dit terzijde geschoven. Het vernietigen van de Boeddhabeelden waren een aanslag op de menselijke waardigheid en mensenrechten van de Hazara en veroorzaakte een diepe pijn. Het laat goed zien hoe materieel en immaterieel erfgoed nauw met elkaar verbonden zijn en dat aanvallen op erfgoed gepaard gaan met een aanslag op het andere. 

Archeologisch erfgoed is een levend wezen dat een intieme relatie heeft met het heden. De herinneringen raken verstrengeld in een intieme relatie met het heden die een nieuwe identiteit creëren. De ruïnes veranderen van uiterlijk door de mensen die erin leven en de betekenis van hoge bergtoppen, grotten met ondergrondse meren of eeuwenoude boeddhistische figuren evolueren door de eeuwen heen. Net zoals ideologische of religieuze gebruiken het resultaat zijn van de levende traditie. 


Vandaag de dag worden de Hazara nog steeds geconfronteerd met een allesverslindende draak. Het wezen is verschenen in de vorm van systematische etnische en religieuze vervolging, uitgevoerd door extremistische soennitische moslims. Deze stigmatisering die uiteindelijk leidt tot het ontnemen van het recht op leven moet gestopt worden. De interactie tussen geschiedenis, tradities, herinneringen en het heden wordt misbruikt door ideologische groepen en nationalisten voor hun hedendaagse belangen. Erfgoed wordt vernietigd door de Taliban uit een gevoel van superioriteit en om de Hazara als minderwaardig weg te zetten.


De Hazara‘s, overwegend sjiitische moslims, bezitten een rijke traditie van mondelinge geschiedenis. Deze getuigenissen uit het verleden zijn gevuld met historische gebeurtenissen, wijsheden, spreekwoorden, heroïsche verhalen en folkloristisch geijkte tradities die van de ene op de andere generatie worden doorgeven. De Hazara vertelkunst is verweven in hun religieuze belevingen en identiteit en wordt doorgegeven aan ieder kind om niet alleen de wereld om hen heen te verklaren maar ook hun weg te vinden in het leven.


Monumenten en musea worden geplunderd, gewijzigd, beschadigd of zelfs vernietigd door deze groeperingen, maar erfgoed sterft nooit als de verhalen in leven worden gehouden. Deze verhalen dragen de betekenis van het verleden en een gemeenschap voor eeuwig bij zich. Pas wanneer de verhalen niet meer verteld worden, zullen de Hazara ophouden te bestaan. Maar dat is precies de bedoeling in de ogen van de extremistische soennitische islam in Afghanistan. Als het aan hen ligt is de Hazara cultuur ten dode opgeschreven. Een lot nog erger dan de dood.


De Bamiyan Boeddha's werden eindeloos gepropageerd door de Taliban als symbolen van afgoderij. De Hazara’s werden beschuldigd van godslastering en hierbij had de Taliban de macht om de Hazara af te wijzen, als onbelangrijk te classificeren en ze voor toekomstige generaties uit de geschiedenis te wissen. Deze culturele zuivering ging gepaard met het vermoorden van de Hazara's, hun huizen te verbranden en ze te verdrijven uit de vallei. De moslimfundamentalisten willen een gemeenschap waarin alleen specifieke mensen welkom zijn.


Hoewel er spanning bestaat over afbeeldingen van de profeet is de Islam verre van iconoclastisch. Beeldverbod is een gevoelig onderwerp tegenwoordig maar laat het duidelijk zijn dat de Bamiyan Boeddhabeelden door moslimgeleerden als cultureel erfgoed waren erkend. Ook de Taliban zagen de beelden niet als religieuze iconen. Duizend jaar eerder waren de gezichten al beschadigd en blootgesteld aan een beeldenstorm. Vanaf de middeleeuwen kwam er een einde aan de religieuze betekenis en werden ze culturele iconen. Dit blijkt ook uit middeleeuwse islamitische teksten waarin geen bezwaar gemaakt werd tegen de aanwezigheid van de boeddha’s. Er was geen worsteling met het bestaan van de Boeddhabeelden simpelweg omdat de beelden niet meer aanbeden werden.


De leider van de Taliban, Mullah Mohammed Omar had in 1999 zelfs beloofd om de Boeddha's te beschermen. In februari 2001 veranderde zijn standpunt drastisch en gaf hij opdracht tot de beeldenstorm. De beeldenstorm werd een drijvende kracht voor hun politieke agenda. Islamitische wetgeving rechtvaardigde de vernietiging van het erfgoed.


Dit kreeg dan ook de meeste aandacht in de internationale pers, maar de sterke motivatie hierachter was het culturele erfgoed te vernietigen en hierdoor de specifieke sjiitische Hazara identiteit aan te tasten. Door het bewijs van hun geschiedenis uit te wissen willen moslimfundamentalisten de legitimatie van hun hedendaagse bestaan en toekomst ontkennen.


De herinterpretatie van islamitische wetgeving, die gepresenteerd wordt als de correcte geloofsleer ontdaan van Afghaanse tradities, laat de sjiitische identiteit verdwijnen. Zo wordt er een nieuw verleden aangemeten met een niet bestaande continuïteit en een nieuwe levenswijze zonder de Hazara tradities. Als de Hazara geschiedenis verwoest wordt, vernietig je hun toekomst.


Beschouwd als nakomelingen van de Mongoolse legers die in de dertiende eeuw Afghanistan hadden veroverd, zijn er verschillende aanwijzingen dat de Hazara al veel langer aanwezig waren in dit gebied. Liggend op de zijderoute, ingesloten door bergketens, is de Bamiyan-vallei al miljoenen jaren een doorgangspunt. Een plek waar oost en west samenkomen, leven de versmolten herinneringen voort in de botten van de Hazara. Hun levens zijn ontelbare keren verwoest en weer opgebouwd en de spookachtige volksverhalen zijn gevuld met wat ze niet kunnen vergeten.  


De Hazarajat is het thuisland van de Hazara-bevolking, maar er leven ook Hazara gemeenschappen in het westen, noorden en zuiden van Afghanistan als ook in Pakistan en door jarenlange vervolging in Iran. Ze spreken een variant van de (Perzische) Dari-taal en worden door hun fysieke verschijning beschreven als Perzisch-sprekende mensen van Mongoolse afkomst die in de hoge bergen van centraal Afghanistan leven.

De naam Hazara wordt verondersteld te zijn afgeleid van het Perzische woord, hezar, wat "duizend" betekent, Dit zou kunnen verwijzen naar een militaire eenheid in het Mongoolse leger, maar er is hier geen historisch bewijs van. De oorsprong van de Hazara blijft discutabel, maar de meeste academici zijn het erover eens dat ze gedeeltelijk afstammen van Mongolen, Iraniërs en Centraal Aziatische Turken.


Tachtig procent van de Afghaanse moslims zijn Soenni en dat betekent dat er in de dagelijkse omgang tussen de verschillende gemeenschappen botsingen zijn. De grootste en machtigste bevolkingsgroep van Afghanistan zijn de Pasjtoen. Modern Afghanistan werd in de tweede helft van de negentiende eeuw gevormd tot een bufferstaat tussen Brits-Indië en tsaristisch Rusland. De geschiedenis van het moderne Afghanistan is nauw verbonden met die van het Indische subcontinent (met inbegrip van India en Pakistan).


Deze Brits-Indische schepping werd voornamelijk geschapen door Britse officieren die geld en wapens beschikbaar stelden voor de Afghaanse leider Emir Abdur Rahman Khan die regeerde van 1880 tot 1901. Hazara’s hebben in de hele moderne Afghaanse geschiedenis te maken gehad met discriminatie en vervolging. Zij werden een doelwit van Abdur Rahman Khan en op gruwelijke wijze opgejaagd, vervolgd, gemarteld, verkracht, vermoord, verdreven, en tot slaaf gemaakt. Deze leider is verantwoordelijk voor het uitmoorden van minstens 60 procent van de Hazara bevolking.


Laat het tot je doordringen. Meer dan 60 procent van een volk werd uitgemoord.

Degene die dit overleefden werden verdreven van hun land en tot slaaf gemaakt. De Hazara maakte vóór de negentiende eeuw voor bijna 67 procent van de bevolking uit. Zij waren de grootste Afghaanse etnische groep. Deze misdaad van stelselmatig en opzettelijke uitroeiing van een etnische groep is nog zo recent dat het verontrustend is dat dit helemaal niet algemeen bekend is. Deze genocide was niet het gevolg van ongelukkige omstandigheden maar een bewuste daad tegen onschuldige mensen die op geen enkele manier te rechtvaardigen is.


En het moorden ging door.


Het was in 1998 dat in de stad Mazar-i-Shariff meer dan 8.000 Hazara's systematisch werden gedood, in slechts een paar dagen tijd, door de Taliban. Ook hier werden de overlevenden verkracht, gemarteld en meegenomen. Een Canadese vluchteling genaamd Najibullah heeft tijdens deze massamoord de dood in de ogen gekeken. Hij vertelt hoe hij samen met tientallen lotgenoten in een container van een vrachtwagen werd vervoerd naar een onbekende bestemming. Door de intense hitte en geen beschikbaarheid van drinkwater stierven vele al tijdens de reis. Toen ze aankwamen werden ze geconfronteerd met vele vrachtwagens die honderden Hazara gevangenen hadden gebracht. Hier werden, zelfs de ouderen en kinderen, tot bloedens toe geslagen met kettingen. De eerstkomende twaalf dagen werd hen ook voedsel ontzegd.


De Hazara lijden iedere dag onder de zenuwslopende angst van vervolging, verdrijving en vermoord te worden. Bij het vruchteloos zoeken naar erkenning van hun leed heeft men niet naar de wapens gegrepen. Integendeel, om verandering te brengen, is het een missie geworden om via vreedzame demonstraties en politiek activisme aandacht te vragen voor hun onzekere bestaan. Hierbij is de sociale media een steeds grotere rol gaan spelen. Hazara’s zijn in vergelijking met andere bevolkingsgroepen in Afghanistan hoog opgeleid. Ze hechten waarde aan onderwijs, zowel voor jongens als voor meisjes.  Zo proberen zij de duisternis te bestrijden die hun omringt.

 

Hoe kan het dan dat we zo weinig horen over de Hazara? Waar komt dit selectieve geweten vandaan als de media het lijden van de Afghaanse bevolking belichten maar de Hazara niet specifiek benoemen? Als er één volk zwaar te lijden had onder het regime waren het de Hazara. Dit eenzame volk lijdt nog steeds onder het Pasjtoen nationalisme waarin ze als ketters uit de geschiedenis worden geschreven.

Deze tragedie maakt onlosmakelijk deel uit van de Afghaanse geschiedenis maar wordt niet benoemd. Het expliciet vermelden van de systematische verdrukking en uitroeiing van de Hazara is van groot belang. De grootschalige moord en vervolging dreigt vergeten te worden en de genocide is nooit erkend door Afghanistan of de wereld.


Terwijl de wereld aan het wachten is of de Taliban en ISKP-Islamitische Staat hun extremistische agenda zullen uitvoeren, waren de Hazara hun leven al niet zeker voor de val van Kabul op 15 augustus 2021. Dit werd tragisch gedemonstreerd op 6 december 2011, toen een zelfmoordaanslag werd gepleegd in het centrum van Kabul tijdens Asjoera. Op deze dag herdenken de sjiitische moslims de tragische dood van Hoessein, de kleinzoon van de profeet, in het jaar 680 van deze jaartelling.


Op 3 0ktober jl. worden Hazara’s uit hun dorpen verdreven waarbij de oogst en de veestapel in beslag worden genomen. Dit gebeurt kort voor de winter in een land waar al een humanitaire ramp zich aan het afspelen was. In september werd al gewaarschuwd voor een hongersnood.


De provincie Daikundi is sowieso al drie maanden per jaar afgesloten van alle handel en verkeer omdat de wegen ’s winters onbegaanbaar zijn en de regering geen investeringen deed in de infrastructuur of de aanleg van elektriciteit. Zelfs bij gunstig weer zijn het slecht begaanbare wegen. Als de sneeuw gaat vallen zullen ze worden afgesloten van de buitenwereld en zal het te laat zijn voor de ontheemde Hazara’s.


Maar het verdrijven van Hazara uit hun dorpen is al jaren gaande. We spreken niet over nieuwe ontwikkelingen. Ik zal hier een willekeurig persbericht noemen van FRANCE24 gedateerd 15 november 2018 waarin wordt vermeld dat duizenden Hazara’s in het zuidoosten van Afghanistan hun dorpen moeten verlaten door gevechten met de Taliban.


Op 8 oktober jl. vallen er zeker 100 slachtoffers bij een zelfmoordaanslag tijdens het vrijdagmiddag gebed in een moskee in Kunduz. Wereldwijd melden de media deze afschuwelijke aanslag maar toch sluipt er partijdigheid binnen in de nieuwsweergave. Ongemerkt wordt er een grove fout gemaakt door niet te vermelden dat het een moedwillige daad naar de sjiitische moslimgemeenschap is, of te wel een aanlag op de Hazara gemeenschap.


Dit vertekende beeld van de werkelijkheid is een voedingsbodem voor groeiende ongelijkheid, discriminatie en agressie tegen de Hazara die als tweederangsburger moeten leven en uitgesloten worden van de samenleving. En eergisteren bereikte ons het trieste nieuws dat er zeker 47 doden zijn gevallen en meer dan 70 gewonden bij een zelfmoordaanslag op een sjiitische moskee in Kandahar. Beide aanslagen werden opgeëist door Islamitische Staat (ISIS/ISIL/IS- Khorasan Provincie/ISIS-K/ISKP).


In 2001 hadden de Hazara de hoop gevestigd op een beter leven na decennia van systematische onderdrukking en discriminatie te hebben ondergaan. Tijdens het Taliban-bewind van 1996 tot 2001 hadden zij bijzonder ernstige vervolging ondergaan. Maar nadat een nieuwe regering werd geïnstalleerd ging de veiligheid in Afghanistan eerder achteruit dan vooruit. Zo hebben zij nog steeds geen toegang tot goed onderwijs en minder kansen op de arbeidsmarkt.


Als Hazara loop je een reëel risico op vervolging of een onmenselijke behandeling. Door de negatieve behandeling in Afghanistan zijn ze niet alleen kwetsbaar en onbeschermd, maar worden ze ook systematisch blootgesteld aan gewapend en seksueel geweld, ontvoering, gedwongen ontheemding en uiteindelijk ook de dood.


Naar schatting stierven op 12 mei 2020 vierentwintig personen, waaronder zestien moeders, een verloskundige van Artsen zonder Grenzen en twee pasgeboren baby’s bij een bomaanslag in een kraamkliniek van het Dasht-e-Barchi ziekenhuis in Kaboel.


Alleen maar omdat ze Hazara waren.


Bij een bomaanslag op 8 mei 2021 op een school in Kaboel waren er negentig slachtoffers, voornamelijk meisjes van tussen de elf en vijftien jaar oud. Dit bloedbad bevestigd wat een kwetsbaar en onbeschermd leven zij leiden. ISKP-terroristen en de Taliban plegen de laatste jaren geregeld aanslagen in de Hazara wijk Dasht-e- Barchi bij moskeeën, bruiloften en scholen. Niemand mag worden onderworpen aan onmenselijke of vernederende behandelingen, maar hier in Afghanistan is het de dagelijkse praktijk voor de Hazara. Als groep worden zij vervolgd en systematisch blootgesteld aan gewapend geweld, zelfmoordaanslagen, ontvoeringen en moorden door ISKP-Islamitische Staat en de Taliban. De Hazara worden direct gediscrimineerd door hun uiterlijk en een dergelijke stigmatisering draagt verder bij aan hun onveilige leefsituatie.


Mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft getuigenissen verzameld over een bloedbad onder Hazara’s aangericht door de Taliban begin juli 2021 in de provincie Ghazni. Zes mannen werden doodgeschoten en drie anderen doodgemarteld.


Op 30 augustus 2021 in het dorp Kahor in de Afghaanse provincie Daykundi plaats doodden Taliban-troepen dertien leden van de Hazara-gemeenschap, onder wie een 17-jarig meisje. De moord op ten minste tien Hazara-mijnwerkers en tientallen gewonden in Baghlan wordt gemeld op 9 juni 2021. Zij zijn in koelen bloede neergeschoten door gemaskerde schutters die in het kamp specifiek mannen van de Hazara-gemeenschap zochten en hen vervolgens vermoordde. Ook hier wordt de aanval opgeëist door ISKP.

De haat tegen de Hazara is een vergif en het is noodzakelijk dat we over dit onrecht praten. Het is zeer verontrustend dat deze ernstige misdaden tegen de Hazara nooit zijn opgehouden. Het lange spoor van ellende, verwoesting en doden eist dat we gaan handelen.


Onderwijs tegen haat zaaiende uitlatingen en geweld tegen het Hazara-volk zou op de Afghaanse en wereldwijde agenda moeten staan. Onderwijs moet gericht worden op bewustwording van vooroordelen en discriminatie naar de Hazara. Ze worden behandeld als tweederangsburgers en voeren een eenzame strijd om het cultureel erfgoed te beschermen. Ze herinneren zich een verloren geschiedenis en moeten hun identiteit bewaken terwijl ze gedwongen worden in andere regio’s en zelfs andere landen te moeten gaan wonen. Onzichtbaar voor de internationale publieke opinie proberen zij een weg te openen voor genezing van dit kwaad.


De Hazara’s zijn erin geslaagd om van zich te laten horen.

Dit is het moment dat wij van ons moeten laten horen. Onze stem te laten horen bij regeringsvertegenwoordigers. Als deze laatste paar maanden ons iets hebben geleerd, is het dat we onze ogen niet mogen sluiten voor het feit dat de Hazara's niet veilig zijn.  Dit is geen vroege waarschuwing, het gebeurde niet zomaar van de ene op de andere dag, het is al jaren aan de gang. Wij hebben een lange traditie om ons in te zetten voor mensenrechten in binnen- en buitenland. Het is een morele plicht en een rechtsplicht om ons in te zetten voor de menselijke waardigheid en vrijheid van de Hazara. Met een collectief protest kunnen we bereiken dat de volkerenmoord op de Hazara op de agenda wordt gezet en asiel verleend wordt wanneer nodig. De situatie voor de Hazara is levensbedreigend.

Neem deze dreiging serieus. We kunnen ons het niet veroorloven te wachten. De verschrikkingen van de Shoah (Holocaust) verenigde ons in de wereld om ‘dat nooit meer’ te verklaren. Laten we niet de fout maken dat we moeten rouwen om het verdwenen Hazara volk. Een volk wat niet mocht bestaan.

 

Bibliografie:

Sajjad Askary en Sitarah Mohammadi. School Attacks on Afghanistan’s Hazaras Are Only the Beginning. The Diplomat. https://thediplomat.com/2021/05/school-attacks-on-afghanistans-hazaras-are-only-the-beginning/

Toelage Farr (2007). The Hazara of Central Afghanistan. In Disappearing Peoples? : Indigenous Groups and Ethnic Minorities in South and Central Asia. Routledge, 2007. Barbara Brower, & Barbara Rose Johnston.

Finbarr Barry Flood. Between Cult and Culture: Bamiyan, Islamic Iconoclasm, and the Museum. The Art Bulletin Vol. 84, No. 4 (dec. 2002), pp. 641-659.

Guanglin Hij, Atif Adnan, Allah Rakha, Hui-Yuan Yeh, Mengge Wang, Xing Zou, Jianxin Guo, Muhammad Rehman, Abulhasan Fawad, Pengyu Chen, Chuan-Chao Wang. A comprehensive exploration of the genetic legacy and forensic features of Afghanistan and Pakistan Mongolian-descent Hazara. Forensic Science International: Genetics. Volume 42, september 2019, Pagina's e1-e12.

Zei Reza Huseini. Destruction of Bamiyan Buddhas: Taliban Iconoclasm and Hazara Response. Himalayan and Central Asian Studies. Vol. 16, No. 2 april-juni 2012, p. 15-50.

Melissa Kerr Chiovenda (2017). Hazara civil society activists and local, national, and international political institutions. In Shahrani, M. Nazif, ed. Identity and Politics in Modern Afghanistan: Forty Years of War and Rebellion, Bloomington &London: Indiana University Press.

Professor William Maley heeft uitgebreid gepubliceerd over de Afghaanse politiek en de Taliban: The Afghanistan Wars. London and New York: Macmillan, 2002, 2009, 2021. What is a Refugee? New York: Oxford University Press, 2016.

Llewelyn Morgan (2012). The Buddhas of Bamiyan.

S.A. Mousavi (1998). The Hazaras of Afghanistan: An Historical, Cultural, Economic and Political Study, Londen, Curzon Press.

Kavita Singh (2015). Museums, Heritage, Culture: Into the Conflict Zone. Reinwardt Academie, Universiteit van Amsterdam van de Aerts.

Willem Vogelsang (2002). Afghanistan, een geschiedenis. Uitgeverij Bulaaq.

 

Amnesty International Ireland. Afghanistan: Taliban responsible for brutal massacre of Hazara men – new investigation https://www.amnesty.ie/afghanistan-taliban-afghanistan-taliban-massacre-hazara/

Australian National University. On the Return of Hazaras to Afghanistan. https://www.refugeecouncil.org.auwp-content/uploads/2021/05/Maley-Hazaras-19.5.21.pdf

Canadian Hazara Humanitarian Services (CHHS) https://canadianhazara.org/

The HALO Trust. Clearing Landmines and Saving Lives https://www.halotrust.org/where-we-work/central-asia/afghanistan/

Stichting INLIA Ontvoering en verkrachting van minderjarige Hazara geen reden voor asiel. 13 november 2020. https://www.inlia.nl/nl/nieuws/1100/ontvoering-en-verkrachting-van-minderjarige-hazara-geen-reden-voor-asiel

France 24. Thousands abandoning their villages in Hazara-dominated districts. 15 november 2018.  https://www.france24.com/en/20181115-absolute-terror-afghans-abandon-villages-under-taliban-attack

Human Rights Watch. Afghanistan: Het bloedbad in Mazar-I Sharif  https://www.hrw.org/report/1998/11/01/afghanistan-massacre-mazar-i-sharif

’Situatie Afghanistan is nachtmerrie die zich herhaalt’ | Telegraaf https://www.telegraaf.nl/nieuws/1907218885/situatie-afghanistan-is-nachtmerrie-die-zich-herhaalt

UNESCO (2015) Keeping history alive: Safeguarding cultural heritage in post-conflict Afghanistan. Working Paper. UNESCO Office in Kabul, Paris, France/ Kabul, Afghanistan, 253p. ISBN 978-92-3-100064-5.

UNHCR. Persecution and perseverance: Survival stories from the Hazara community. Jul 24, 2020 Canada. https://www.unhcr.ca/news/persecution-perseverance-survival-stories-hazara-community/

Amnesty International. Afghanistan: Taliban strijders vermoorden dertien leden van Hazara-minderheid. https://www.amnesty.nl/actueel/afghanistan-taliban-strijders-vermoorden-dertien-leden-van-hazara-minderheid

Foto’s Wikimedia: https://www.flickr.com/photos/carlmontgomery/3067235233/in/album-72157610407939880/

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:People_of_Bamyan-5.jpg

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Taller-Buddha-of-Bamiyan-before-and-after-destruction-2.jpg

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bamiyan_Site,_children,_Bamiyan,_Afghanistan.jpg

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Fran%C3%A7oise_Foliot_-_Afghanistan_190.jpg

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Lake_Band-e-Amir,_Afghanistan_d.jpg

https://www.flickr.com/photos/carlmontgomery/3067227655/in/album-72157610407939880/

https://www.flickr.com/photos/wentan/767716458/in/album-72157600742375669/

Blog Ticia Verveer

door ticiaverveer 29 juli 2024
Precarious Life: the fate of the Hazara people in Afghanistan.
6 juli 2023
Ik ben de Nationale Investeringsbank aan het Carnegieplein in Den Haag al ontelbare keren voorbijgelopen als ik naar de zeventiende -eeuwse joodse begraafplaats wandel. Een lange, grijze, vierkante gevel, opgevuld met rijen van vierkante ramen, en een glazen kubus bij de entree. Als een stol staat deze geplaatst over ‘Het gesprek,’ een beeldengroep van drie mannen in gezelschap van een hond, geschapen door kunstenaar Niel Steenbergen (1911-1997). Eén van de heren, degene met het hoofddeksel wat mij doet denken aan een grote keppel, wijst mij geduldig de weg naar mijn overleden bloedverwanten. Met zijn linkerhand bevroren in de lucht, geeft hij de richting aan van de begraafplaats. “Daar, aan de overzijde, wachten ze op je.” Hier stond, tegenover het Vredespaleis, ooit een grote witte villa die op 11 april 1944 door een precisiebombardement compleet werd vernietigd. Tot 1941 was hier De Koninklijke Kunstzaal Kleykamp gevestigd waar Koningin Wilhelmina in 1932 een eenmalige expositie hield van werk van eigen hand. De kunsthandel werd gerund door de van oorsprong Rotterdamse Pieter Kleykamp en zijn vrouw Ermina. In deze idyllische Haagse setting hebben Vincent van Gogh, Jan Toorop , Willem van Konijnenburg, Toon Kelder en schilders van de Haagse school geëxposeerd, Chris Lanooy zijn eerste werk gepresenteerd, en Louis Couperus zijn befaamde voordrachten gehouden. De enige (bekende) bewegende beelden van Couperus zijn voor Huize Kleykamp in 1923 gefilmd, waar hij werd gehuldigd ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag. Huize Kleykamp werd door de Duitse bezetter gevorderd om de hoofdzetel te worden van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters. Het archief verhuisde van het Binnenhof naar de villa en er werd een uitermate effectief nieuw onderdeel aan toegevoegd: het persoonsbewijs. Uiteindelijk stonden er 9 miljoen ontvangstbewijzen, met dezelfde informatie als op het originele persoonsbewijs, in kaartenbakken ter beschikking aan de nazi’s. De villa werd de locatie van een machtig en fataal bureaucratisch instrument om verzetsstrijders, onderduikers en joden op te sporen. De Nederlandse ambtenaar Jacob Lentz (1894-1963) had zichzelf overtroffen door een technisch geavanceerde identiteitskaart te ontwikkelen. De kaart werd gefabriceerd van speciaal karton en voorzien van een pasfoto, vingerafdruk en een watermerk. De gebruikte inkt en het watermerk kon bij een bepaald licht onzichtbaar worden waardoor het bijna niet te vervalsen was. Wat cynisch dat tegenover deze begraafplaats een archief werd gevestigd dat een radar werd in de machine van de ‘definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk’ (Endlösung der Judenfrage). De opsporing en arrestatie van verzetsmensen werd een stuk makkelijker gemaakt voor de nazi’s. Dat de villa op verzoek van het verzet gebombardeerd werd is niet zo verbazingwekkend. Wel is het opvallend, zoals te lezen valt in ‘Oorlog in de lucht Den Haag 1940-1945,’ dat de aanval door zes de Havilland Mosquito jachtbommenwerpers met brisant- en brandbommen nauwelijks de Nederlandse pers haalde. De trieste uitkomst was dat het bombardement de villa verwoestte met maar een kwart van de ontvangstbewijzen vernietigd. De vlammenzee ontzag driekwart van het archief waarschijnlijk omdat de meeste archiefkasten gesloten waren (ondanks dat op een werkdag werd gebombardeerd). In het boek 'Oorlog in de lucht- Den Haag 1940-1945' geschreven door Henk Ambachtsheer en Corien Glaudemans staat vermeldt dat uiteindelijk 43 lichtgewonde, 24 zwaargewonde en 65 dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Het vuur sloeg genadeloos om zich heen en het vallend puin bedekte de ambtenaren. Een week lang werden slachtoffers uit het puin geborgen. Voor het eerst is er een boek uitgebracht dat een allesomvattend beeld geeft over de luchtoorlog die zich boven Den Haag heeft afgespeeld. Niet alleen over de jaren 1940-1945 maar ook over de periode die hieraan vooraan ging. De gemeente Den Haag ging zich voorbereiden door schuilplaatsen en kelders aan te leggen als bescherming tegen gevaar vanuit de lucht. Zo vond er in 1938 al een grote verduisteringsoefeningen plaats en hield men in 1935 in het centrum van Den Haag een luchtbeschermingsoefening onder leiding van de politie. Fantastisch beeldmateriaal van de oefening van deze gifgasaanval is in hoofdstuk 3 te vinden. Toen de oorlogsdreiging in de jaren 30 toenam nam men maatregelen tegen eventuele brandbommen, brisantbommen en bommen met gas of bacteriën. Dit boek bevat een indrukwekkende verzameling van foto’s, documenten, affiches, publicaties, prenten, herdenkingstekens en kaarten. Nog nooit zijn de lijsten van evacuatieposten en noodtehuizen, gebeurtenissen en incidenten waarbij de Luchtbeschermingsdienst betrokken was, de slachtoffers ten gevolge van de oorlog in de lucht op basis van informatie van de Luchtbeschermingsdienst, oude en nieuwe straatnamen en de herbouw samengebracht in één boek. Den Haag heeft zwaar geleden onder Duitse bombardementen en die van geallieerde zijde. De stad was één van de zwaarst getroffen steden van Nederland. De schade aan de gebouwen was enorm en vele architectonische schatten zijn verloren gegaan. Het menselijk leed was onomkeerbaar. Als je iets van de stad Den Haag wilt proberen te begrijpen moet je dit boek lezen. Het is niet alleen een belangrijke toevoeging aan war tot nu toe is geschreven. Het vult ook blanke pagina’s van de Haagse geschiedenis in ten tijde van de Tweede Wereld Oorlog. Ambachtsheer en Glaudemans tonen aan dat het beeld dat tot nu toe van Den Haag bestond niet compleet was. De vele doorkijkjes naar de maatregelen die burgers zelf namen geven aan de bewoners een gezicht. De brandweervrouwen, de vluchtelingen van het Rotterdamse bombardement, de babyverwisseling in de kraamkliniek en de gevolgen van het aanleggen van de Atlantikwall bouwen langzaam de werkelijke omtrek van de tragedie die de Hagenaren trof. 'Oorlog in de lucht- Den Haag 1940-1945' is een indrukwekkend verslag van de concrete impact die de luchtoorlog had op gewone mensen. Bibliografie: Oorlog in de lucht - Den Haag 1940-1945 Bescherming, oorlog en wederopbouw. Henk Ambachtsheer; Corien Glaudemans . De Nieuwe Haagsche. VOM-reeks 2019, nummer 1. Publicatie over de Haagse Koninklijke Kunstzaal Kleykamp, geschreven op initiatief van familieleden en de Stichting Historie Koninklijke Kunstzaal Kleykamp (opgericht in 2004).
9 februari 2023
On 26 January 2023, Dr. Zahi Hawass announced that Egypt’s oldest and most complete mummy may have been discovered near the Step Pyramid at Saqqara in Egypt. The 4,300 year-old mummy was found at the bottom of a 15-metre (49 foot) shaft in a recently uncovered group of tombs dating back to the fifth and sixth dynasties of the Old Kingdom. A sealed sarcophagus was opened and the archaeologists found the mummified remains of a man covered with gold. The hieroglyphic inscription on the sarcophagus identifies him as Hekashepes. "It is the oldest mummy, complete and covered in gold, ever found in Egypt," Zahi Hawass said to CNN adding that it was "the most amazing discovery." Is that preliminary conclusion valid, disputable, or simply wrong? We have found older mummies in Egypt. For instance, the naturally sand-dried body of a Predynastic Period man (Naqada II Period, 3400 B.C.), now in the collection of the British Museum , who was found at the edge of the desert. The heat of the sand absorbed the body’s moisture, without which bacteria could not breed and cause decay. Therefore, the body is still in excellent condition including fragments of his ginger-coloured hair. So basically the location did naturally what the ancient Egyptians later did by artifice. Actually natural mummies or artificially mummified remains are not exclusively reserved to Egypt but have been found on every continent. We use the term mummy for all well-preserved dead bodies who have been deliberately preserved using a variety of techniques or found in dry places such as deserts or dry caves. The bodies can also have been preserved by intense cold and ice, or by tanning in peat bogs. The term mummy comes from the Arabic or Persian word mumia, meaning bitumen or asphalt, which was not used in the embalming process until an extremely late date. As museums have been looking at the most appropriate way of displaying human remains a new discussion has arisen on the terminology and use of the term mummy. Some museums in Britain are now using other words to describe ancient Egyptian human remains. They want to focus more on the humanity of mummies, not as an object of curiosity, but as a person who deserves all the respect. Not all Egyptologists agree with the change and find that the use of the word mummy is necessary. As Dr. Salima Ikram points out in El País “I find mummified remains insulting and dehumanizing, and many colleagues share my opinion; remains suggest that the body is fragmented” In this article she asks why mummified remains should sound better than mummy and adds “I am saddened by this simplistic idea that changing the name alters or improves our understanding of the subject; explanations and education are crucial.” To return to my question whether the oldest mummy of Egypt has been found we have to discuss true mummification, which is a method of preservation which was intentionally. Experimentation occurred during the Early Dynastic Period to develop a method of preserving the body by artificial means. Second Dynasty graves at Saqqara contained possible evidence of early mummification. A mass of corroded linen being found between the outer bandages and bones might suggest that natron was applied as a preservative. [i] The deliberate attempts to preserve the body were not highly successful during the Early Dynastic period and early Old Kingdom. The body decomposed underneath the bandages, but by the Fourth Dynasty the techniques advanced and a major step was taken. The viscera of Queen Hetepheres, which were found in an alabaster box with four compartments in her tomb at Giza, had been immersed in a dilute solution of natron, indicating that evisceration and the treatment with a dehydrating agent was already in use for the royal family. The wife of Snofru and mother of Cheops was definitely subjected to intentional mummification. [ii] The well-preserved mummy of pharaoh Nemtyemzaf, better known by his throne name of Merenre, was found in 1881 in his pyramid at Saqqara. The body of the Sixth Dynasty king had been plundered by tomb robbers and was lying beside the stone sarcophagus. Merenre probably died at an early age. That the mummy of Hekashepes was buried covered with gold leaf makes it an extraordinary find especially as the group of tombs date back to the fifth and sixth dynasties of the Old Kingdom. Whether the mummy is from the Fifth Dynasty or Sixth Dynasty it will be a unique discovery as we have little complete evidence of intentional mummification during the Old Kingdom. So far all has been based on preliminary research and we will have to wait for the final report. [i] G.A. Reisner and W.S. Smith. 1955. History of the Giza Necropolis, vol. 2. Cambridge, Mass.: Harvard University Press. [ii] David, A. R. 2000. Mummification. In Ancient Egyptian Materials and Technology (eds. By Paul T. Nicholson and Ian Shaw). Cambridge University Press, pp. 373.
Share by: